81 Er is een Amsterdammer doodgegaan

Johnny Kraaykamp
Er is een Amsterdammer doodgegaan
Hij zat gewoon in z’n café te kaarten
Hij kreeg een glaasje bier van tante Sjaan
En hupsakee, hij gaf de pijp aan Maarten
De dokter was gebeld stond met de deurknop in z’n hand
En tante Sjaan die lag voor pampus in d’r ledikant
De GGD, u kent dat wel wat was dat gauw gegaan
En allemaal zo rond het zevenhonderd jaar bestaan

Er is een Amsterdammer doodgegaan
Hij stond gewoon z’n pierement te draaien
Hij zong het lied ‘Bij ons in de Jordaan’
En even later was ie naar de haaien
De tram stond even stil en iedereen die liep te hoop
Heel even maar ze moesten gauw weer naar de bioscoop
Maar in het oog van ’t orgelvrouwtje blonk een dikke traan
En allemaal zo rond het zevenhonderd jaar bestaan

Er is een Amsterdammer doodgegaan
Hij liet z’n hondje plassen op de wallen
Z’n rikketik was even blijven staan
En kijk, hij was al uit de koets gevallen
Daar lag ie in de regen modder op z’n goeie pak
Twee kaartjes voor Toon Hermans had ie ook nog in z’n zak
Hij was toch nog zo graag en avond naar Carré gegaan
En allemaal zo rond het zevenhonderd jaar bestaan

Er is een Amsterdammer doodgegaan
Die hoek is leeg daar in ’t stamcafeetje
Wie soms nog aan hem denkt is tantje Sjaan
Die mist hem iedere dag nog wel een beetje
Het pierement gaat door de straat één is er niet meer bij
En in Carré bij Hermans daar is ook een stoeltje vrij
Je kunt er niet omheen je moet er even stil bij staan
En allemaal zo rond het zevenhonderd jaar bestaan
© 1975 Tekst en muziek: Wim Kersten