27 Karel

Elsje de Wijn
Elke keer as Karel bij me komme wil
Met dat rooje haar en met die zwarte bril
Zit ik al bij voorbaat boven op de kast
Schrik ik me de pleuris en ik roep alvast:

Nee Karel, nee Karel niet vandaag
Nee Karel, nee, al wil je nog zo graag
D’r zijn van die dagen dat ik niks kan velen
Ga maar liever schaken met de intellectuelen
Wie weet wil ik morgen maar dat is nog de vraag
Dus nee Karel, echt Karel heus Karel, weg Karel
Absoluut niet vandaag

’k Zou niet kunnen zeggen waar het ’m an legt
Niet an wat ie doet en niet an wat ie zegt
’t Legt niet an dat rooie haar dat ik niet wil
Nee, het legt in hoofdzaak an die zwarte bril

Nee Karel, nee Karel niet vandaag
Nee Karel, nee, al wil je nog zo graag
’k Moet nog veertien knopen an me duster naaien
Ga jij maar zolang een jofel jodelplaatje draaien
Wie weet wil ik morgen maar dat is nog de vraag
Dus nee Karel, echt Karel heus Karel, weg Karel
Absoluut niet vandaag

Ken het niet een keertje zonder zwarte bril?
Want die kleinigheden maken zo’n verschil
En toen die dan tenslotte de bril had afgezet
Dacht ik maar één ding: Zo gauw mogelijk uit bed

Nee Karel, nee Karel niet vandaag
Nee Karel, nee, al wil je nog zo graag
D’r zijn van die dagen dat ik niks kan velen
Ga maar liever schaken met de intellectuelen
Wie weet wil ik morgen maar dat is nog de vraag
Dus nee Karel, echt Karel heus Karel, weg Karel
Absoluut niet vandaag
© 1970 Tekst: Annie M.G. Schmidt Muziek: Harry Bannink