158 De rosse buurt (Daar bij de mannen van lichte zeden)

Jasperina de Jong en Bob de Rooy, Paul de Leeuw
Wist u dat er in de stad een buurt bestaat
Waar een nette man niet lopen durft op straat?
Het is een reuze onfatsoenlijk stads-kwartier
Want daar wonen alle jongens van plezier
D’r is keus in overvloed voor ied’re dame
Want een kerel lonkt haar toe op elke hoek
En de rest zit achter roodverlichte ramen
In een interlockje en een korte broek
Het is voor elke vrouw een prikkelend gezicht
En zo af en toe gaan de gordijnen dicht…

Daar bij de mannen van lichte zeden
Waar menige vrouw haar laatste tientje komt besteden
In die sensuele walm van rook en bier
Bij de mannen, de mannen van plezier
Tierelier!

Als een vrouw uit de provincie even kan
Neemt ze afscheid van haar kinderen en haar man
Want ze zegt: Ik moet gaan winkelen in de stad
Maar al spoedig raakt ze op het brede pad
Schichtig dwaalt ze langs de wallen en de grachtjes
Met haar boodschaptas vol speelgoed en rookvlees
Schuw beantwoordt ze de zinnelijke lachjes
Van Chinese Arie en van Haagse Kees
Aan de borst van Kale Willem vindt ze troost
En vergeet haar lieve echtgenoot en kroost…

Daar bij de mannen van lichte zeden
Die alle wetten van ’t fatsoen met voeten treden
In die sensuele walm van rook en bier
Bij de mannen, de mannen van plezier
Tierelier!

Zeg toch nooit dat u een lichte man veracht
Want ze hebben ’t niet zo makkelijk als u dacht
Vorig jaar is Blonde Bertus nog vermoord
Door een dronken weduwvrouw uit Amersfoort
De politie ziet het aan met lede ogen
Aangezien zij tuchteloosheid altijd haat
Maar helaas, zo zeggen alle sociologen
Prostitutie is een onuitroeibaar kwaad
Laat die jongens maar betijen in hun home
Anders gaan ze tippelen op de Overtoom

Daar bij de mannen van lichte zeden
Daar is het dier in elke dame pas tevreden
In die sensuele walm van rook en bier
Bij de mannen, de mannen van plezier
Tierelier!
© 1964 (1991) Tekst: Guus Vleugel Muziek: R. van Houten