13 Omdat ik zoveel van je hou

Henriëtte Davids en Sylvain Poons
Je bent niet mooi je bent geen knappe vrouw
Je nagels zijn voortdurend in de rouw
Toch wil ik van geen ander weten
Omdat ik zoveel van je hou

Al ben je ook een beetje vreemd van ras
Toch ben ik danig met je in m’n sas
’k Wil van een ander nooit iets weten
Omdat ik zoveel van je hou

Wat verdriet, mooi ben je niet vooral wanneer je kijft
Al ben ’k geen plaat, schoonheid vergaat
Maar weet je lelijkheid die blijft
Daar moet je maar aan wennen

Al zijn je kleren ook niet van satijn
En doe je niet mee aan de slanke lijn
Toch wil ik van geen ander weten
Omdat ik zoveel van je hou

Al zijn je haren niet gepermanent
En is ’t gebruik van zeep je onbekend
Toch zou ik jou niet willen ruilen
Voor zo een maag’re modeprent

Al heb j’ een ongeschoren apensnoet
Waar j’ als fatsoenlijk mens aan wennen moet
Ik wil je met geen ander ruilen
Omdat ik zoveel van je hou

Lief en leed, zoals je weet tesamen deelden wij
’t Lief o vrouw, dat was voor jou
En al het leed dat was voor mij
‘Dat heb je toch geweten’

Maar al liet jij me dikwijls in de kou
Al sloeg je mij ook dikwijls bont en blauw
Toch kan slechts maag’re Hein ons scheiden
Omdat ik zoveel van je hou
© 1934 Tekst: Rido Philip Pinkhof Muziek: J. Brookhouse